‘Overleven in de dierentuin; De oorlogsjaren van Artis en andere parken’.
Over de geschiedenis van dierentuinen in oorlogstijd is weinig bekend. Na de bevrijding was men vooral bezig met het herstel van de oorlogsschade, het opvullen van de ontstane leemten in de diercollectie en het wegwerken van achterstallig onderhoud. Geschiedschrijving had een lage prioriteit.
Als (oud) directeur van Artis verzamelde Frankenhuis meer dan twintig jaar lang archiefmateriaal, verhalen, artikelen, foto’s en andere gegevens over de lotgevallen van de hoofdstedelijke dierentuin tijdens de Duitse bezetting. Hij beschrijft onder meer hoe de directie en de medewerkers het voor elkaar kregen om in de oorlogsjaren toch net voldoende hooi, vis, vlees, groente, fruit en zaden te bemachtigen voor de dieren, en steenkool en elektrische energie voor de verwarming.
Behalve de dieren vonden ook tussen de twee- en driehonderd mensen in de tuin – verstopt in tal van dierverblijven, op hooizolders en in de holle apenrots – een veilig onderkomen: Joden, soms hele families, mannen die aan de dwangarbeid in Duitsland probeerden te ontkomen, en een enkele verzetsman. Deze verborgen geschiedenis van onderduikers in Artis wordt belicht aan de hand van citaten, anekdotes, archiefonderzoek, interviews en door Frankenhuis en door anderen gedocumenteerde verhalen.
Hoewel Artis slechts een joodse medewerker in dienst had, de heer Rudolf Polak, oprichter en beheerder van het insectarium, kende de hoofdstedelijke dierentuin wel drie Joodse bestuursleden, waaronder de voorzitter, de flamboyante Robert May, directeur van de bank Lippmann Rosenthal & Co.
In 2012 verscheen van zijn hand reeds de novelle Droomonderduik over de wonderlijke fantasiewereld en de traumatische belevenissen van een Joods onderduikertje in Artis.
De lezing begint om 19:30 in de drieringensteeg
Wilt u zich van tevoren aanmelden per mail aan vsamersfoort@outlook.com zodat wij weten met hoeveel we zullen zijn.